Vorige pagina 

 

Uitstap Voerstreek

29 - 30 - 31 mei , 1 juni 2003

Homepagina  

VOEREN : iets (h)apparts. (E. Goody)

Klik hier om de rest van de foto's te bekijken

Met 18 andere enthousiastelingen werd tijdens de "Vierdaagse van Voeren" grensloos gewandeld en getoerd in het prachtig golvend landschap van het Belgisch- Nederlandse grensgebied van Zuid-Limburg. Ook enkele bezienswaardigheden eigen aan de Mergelstreek werden bezocht. Eten, drinken en slapen (voor zover dit al dan niet lukte) vonden wij in Jeugdherberg "De Veurs".

Donderdag 29 mei 2003 

De heenreis verliep uitermate vlot, zodat wij om 10h present waren aan de mergelgrotten "Avergat" te Kanne (Riemst). Tijdens de 1h30 durende wandeling kregen we van de gids (soms op een ludieke wijze) een levendige indruk van de uitgestrektheid van het vroegere graafwerk. De mergelgrotten zijn in feite groeven waaruit vroeger kalksteenblokken werden gezaagd of gekapt. De mergel is een onzuivere kalksteen met een variabel gehalte aan klei (30% tot 60%). De blokken bevatten echter tot 98% calcium, dus een bijna zuivere kalksteen. Deze kalksteen werd voornamelijk gebruikt als bouwsteen voor de bouw van kerken, kastelen, boerderijen. Daarnaast ook als bemesting voor kalkarme gronden. De term "uitgemergeld" werd aan dit laatste gebruik ontleend. Hier en daar werden we gewezen op de eertijds gemaakte aantekeningen op de wanden van de diverse blokbrekers. Door hun constante temperatuur alsmede de hoge luchtvochtigheid, worden de grotten nu aangewend als ondergrondse champignonkwekerij of voor de lagering van het "Grottenbier van Kanne". De gratis proeverij van het biertje viel bij iedereen in de smaak.

Na de pick-nick (met aangepaste wijn) op een lommerrijke plaats aan de voet van de St. Pietersberg met zicht op het gerestaureerd kasteel van Neerkanne (NL), werd de wandeling op en rond de St. Pietersberg en het Plateau van Caestert aangevat. De Sint-Pietersberg vormt een 8 km lang plateau dat zich uitstrekt van Maastricht tot Visé. In het oosten wordt dit natuurgebied begrensd door de Maas en in het westen door de Jekervallei. Het plateau is in de Krijtperiode ontstaan op de bodem van de Krijtzee, door opeenhoping van kalkresten van dieren, allerlei soorten schelpen , zee-egels enz. … In de groeve in concessie van ENCI (Eerste Nederlandse Cementindustrie) werd in 1998 het volledige skelet gevonden van "Bér" een Mosasaurus (Maashagedis), eerder (1770) was al eens een skelet gevonden in de St.-Pietersberg. Vanaf de rand van de groeve kon men duidelijk de sporen van het vroegere graafwerk door de blokbrekers waarnemen.

Tijdens deze wandeling werden we uiteraard ook geboeid door flora en fauna van dit uniek gebied. Je kreeg zowaar vlinders in je buik bij de kennismaking van dichtbij met een dartele koninginnenpage. Menigmaal werd bij de bloemrijke wegbermen de flora bovengehaald. Via het Slavante (klooster) met zicht op de Maas, en een muzikale afdaling werd verder gewandeld langs de Maasoever. Bij een drankhuis konden we aan een goedkope Nederlandse prijs onze dorst lessen. Vooraf was er toch wel enige deining geweest over het al dan niet beschikbaar zijn van een zitplaats. Achteraf bleek het maar om een grapje te gaan. Verder wandelend langs D'n Observant, voorbij de Boerderij van Caestert en door Kanne bereikten we de wagens. Via allerhande sluipwegen, die al dan niet goed bewegwijzerd waren, bereikte de kleine karavaan de jeugdherberg in Sint- Martens-Voeren waar onmiddellijk werd ingecheckt.

Vrijdag 30 mei 2003 

Toen iedereen 's morgens, de een al meer uitgeslapen dan de andere, had ontbeten en zijn in extremis teruggevorderde pick-nick had klaargemaakt, werd omstreeks 9h30 gestart met "De bronnenwandeling". Deze 9,5 km wandeling begint en eindigt aan het Veltmanshuis in St.-Martens-Voeren, en doet ook St. Pieters-Voeren aan. Het is een bijzonder gevarieerde wandeling met mooie panorama's, holle wegen, oude dorpskernen, de Commanderie van Sint-Pieters-Voeren, een rijke verzameling vakwerkhuisjes in Veurs, de langste spoorwegtunnel van België (2070 m), een monumentale spoorwegviaduct doch vooral bronnen met helder drinkbaar water …

In de eerste holle weg ontspringen tal van bronnetjes. De "Kolebron" voorzag eertijds de mensen in de buurt van drinkwater, ook nu nog is volgens een bericht het water drinkbaar. Langs allerhande paadjes in dalende en stijgende lijn kwamen we in het gehucht "Krindaal" gelegen in een droogdal. Droogdalen stammen uit de ijstijd, toen er wel een waterloop in liep. Die de erosie van dit dal veroorzaakte. Via een veldweg evenwijdiglopend met de waterscheidingslijn (interfluvium) van de Veurs en de Voer, en een prachtig uitzicht op een uniek landschap met graften (meestal houtwal evenwijdig met de hoogtelijnen) werd even voorbij de tunnelingang van de spoorweg halt gehouden voor … jawel voor een koele dorstlesser in de schaduw. Even verder waanden sommigen zich in Bokrijk met een rij van pittoreske huisjes in oorspronkelijk vakwerk met silex, trouwens ook de enige plaats in Vlaanderen waar silex als bouwmateriaal gebruikt wordt. Met de Commanderij van Sint-Pieters-Voeren als decor, werd een middagpauze ingelast. De Commanderij van de Duitse Ridderorde werd er gevestigd in 1234 door schenking van een zekere Daniël van Voeren. De viskwekerij dateert van 1885 en wordt gevoed door de bron van de Voer die er een capaciteit heeft van 4000 liter/minuut. Het water moet uiteraard van zeer goede kwaliteit zijn en heeft een temperatuur van 10° C en uiterst geschikt voor het kweken van forel, zalmforel, steur e.a. Via een holle weg met duidelijk sporen van het graafwerk van de das, en onder de spoorwegviaduct door bereiken we opnieuw de startplaats in Sint-Martens-Voeren. Onvermoeide wandelaars als we zijn werd nog even doorgewandeld naar het Nederlandse Ulvend. Daar werd ieder van ons, door een genereuze tochtgenote, om een of andere duistere reden getrakteerd op een ijsje. Na nog een doorspoeling met gerste- of ander nat, werd via de heerbaan (interfluvium van Voer en Noorbeek) en de steile afdaling in het hellingbos (kant Voer) de terugtocht aangevat.

Na het avondeten werd nog een avondwandeling gemaakt teneinde een glimp te kunnen opvangen van de das. Hierbij werden twee locaties beoogd, op beide plaatsen werd evenwel na twee uur observatie niets waargenomen.

Zaterdag 31 mei 2003 

Na een nachtje bomen en planken zagen in de houtvesterij "De Veurs" werden toch de eerste tekenen van vermoeidheid en of ongemakken genoteerd. Groot was echter onze verbazing toen de "teamlijders" vernamen dat de eerder geplande "Hoogboswandeling " in 's Graven-Voeren" niet kon doorgaan omwille van een plaatselijk "kermiskoerske". Na rijp beraad werd geopteerd voor een wandeling in de omgeving van het Nederlandse Sint-Geertruid. Een onvoorbereide wandeling die uitermate in de smaak viel van iedereen. Misschien omdat we (bijna) verloren liepen of althans deden alsof, of omwille van het feit dat de intense lookgeur van daslook permanent aanwezig was. De vallei van de Schone Grub (=smal, diep en droog dal) had dan ook alles te bieden inzake rust en natuurpracht, de gevallen bomen laat men gewoon liggen (waar heb ik dat nog gehoord!). Intens teamwerk van spoorzoekers en dito kaartlezers bracht ons, toch een beetje geplaagd door tijdsnood, terug naar het vertrekpunt.

In de namiddag werd het wijnkasteel "Genoels-Elderen" bezocht. Via een wandeling door het park rond het kasteel met enkele unieke bomen o.a. Ginkgo biloba L. (Japanse notenboom, ook wel tempelboom genoemd) werden we rondgeleid in een proeftuin met een 20 tal druivenvariëteiten. Rondom het kasteel bevinden zich de grootste wijngaarden van België. Zelfs de Romeinen hadden reeds wijngaarden aangelegd (nabijheid van Tongeren en Maastricht). Omtrent de wijncultuur, van druif tot wijn in het glas, werd alles piekfijn uitgelegd door de begeleidende gids. Moderne druivenpers, stokerij en nieuwe kelders worden er treffend gecombineerd met de nog aanwezige eeuwenoude wijnkelders. Uiteraard was, gezien het warme weer, een proefglas Chardonnay wit meer dan welkom. Na nog een stemmige groepsfoto werd via een Amstel Goldrace route teruggekeerd naar Sint-Martens-Voeren.

Opnieuw werd 's avonds door enkele doorzetters teruggegaan naar de "dassenweide" aanvankelijk zonder resultaat. Wel werden diverse geluiden van de das opgevangen, evenwel liet het schuwe dier zich niet zien. Toen we bijna waren vertrokken werd een das in extremis door enkelen opgemerkt, doch slechts voor een paar tellen. Tijdens de terugtocht naar de jeugdherberg werd in een holle weg eveneens een glimworm waargenomen.

Zondag 1 juni 2003 

Twee "koninginnenwandelingen" nl. de Noordalwandeling (5,3 km) en de Bovenhoutwandeling (5,9 km) in de onmiddellijke omgeving van Altenbroek stonden op het programma. Het gebied "Altenbroek" (160 ha) werd voor een groot deel in 1996 aangekocht door Natuurpunt en het Nederlandse Natuurmonumenten. Het heuvelige landschap en de aanwezigheid van kalk, leem, zand en grind in de bodem zorgen voor een erg gevarieerde en waardevolle plantengroei. De natuurwaarde van de Voerstreek is groot. De landschappelijke en natuurlijke rijkdom zijn een gevolg van de oostelijke ligging, de hoogte boven zeeniveau en uiteraard de merkwaardige samenstelling van de bodem.

Vanaf de start werd een kuitenbijter van formaat nl. de steile boshelling van de Veurs voorgeschoteld, gevolgd door een lange afdaling naar de Noor, die we een eind stroomafwaarts volgden, met aansluitend opnieuw de steile helling van het asymmetrisch dal. Ondertussen hadden we in, door en langs het natuurreservaat Altenbroek gewandeld waarin Galloway-runderen zorgen voor de begrazing. Een uitwijking naar 's Gravenvoeren voor een sanitaire stop en een frisse pint werd door niemand afgewezen. Via de Kinkenberg, waar in 1986 door de Belgische Geologische Dienst een grondboring tot een diepte van 865m werd uitgevoerd, konden we weldra onze pick-nick aanspreken in de luwte van het Snauwenbergbos. Tevens werd gezorgd voor de nodige animatie met o.a. een demonstratie zwaardvechten. Via een smal pad en een holle weg (erosiegeul) door het bos daalden we naar de vallei van Altenbroek.

Het kasteel zelf was eertijds eigendom van de familie Broeck, wellicht vandaar de naam, die voor het eerst vermeld werd in 1563. Kasteel en park met zes vijvers en drie bronnen is nu volledig privé-bezit. Na even bergaf te hebben gedaald tot aan de Noor, werd de langzaam stijgende klim aangevat richting Noorbeek. Maretak, een bolvormige half-parasiet (heeft eigen bladgroen voor de fotosynthese), die van de Voerense kalkbodem houdt siert voornamelijk de populieren en hoogstamfruitbomen. Gezien sommige wandelaars(ters), wegens de uitzonderlijke hitte, tekenen van uitdroging vertoonden, werd in algemeen overleg en zonder veel bezwaar een laatste (drink)halte ingelast, muziek en folklore kregen we er gratis bij. De laatste klim naar de heerbaan (aangelegd door de Romeinen op de waterscheidingslijn van Noor en Veurs) met daaropvolgend de afdaling door het hellingbos van de Veurs naar St. Martens-Voeren vormde het sluitstuk van deze volle dagwandeling.

Vlaanderen mag terecht fier zijn op zo'n uniek stukje landschappelijk waardevol natuurgebied, doch niet in het minst tot behoud van de natuurlijke leefomgeving van de das.

Foto-verslag Voeren

 


Foto : /

Teken ons gastenboek         

Vorige pagina       Begin van pagina      Homepagina