[ Volgende ]

  Klik op de foto voor een detail

Door het weinige zwart op het achterlijf, heeft deze soort een lichte indruk. De figuren op het 4e en 5e segment hebben lange zijspitsen. Het tweede achterlijfsegment heeft een losstaande U-vormige tekening. Het vrouwtje is groenig met een donkere rugzijde.  Ze komen vooral voor bij kleinere, stilstaande plasjes en sloten en zijn algemeen op zandgronden. Vrouwtjes zetten de eieren af aan de onderkant van waterplanten. De mannetjes staan dan rechtop naar boven en houden de omgeving in de gaten. Na 2 - 3 weken ontluiken de eieren. De larven leven tussen de waterplanten en zijn volgroeid ongeveer 20 mm groot. de nimfen zijn meestal bleek gelig, zonder duidelijke tekening.  

Algemeen langs kleine, dichtbegroeide plassen en stilstaande wateren. Vaak in tuinvijvers.